jorrinopreis.reismee.nl

Goodbye-Hello

Als we tussen de duizenden mensen een plekje hebben weten te bemachtigen kan het aftellen beginnen! Met een drankje kijken we naar Thaise optredens en voelen we hoe de spanning stijgt naarmate middernacht dichterbij komt! Er zijn naast ons maar een paar toeristen op het plein, die allemaal als beroemdheden met iedereen op de foto moeten. Als het nog tien seconden is, tellen we keihard af: GELUKKIG NIEUWJAAR!
Na een geweldige jaarwisseling hebben we nog maar een ding gepland staan: onze trip naar een van de Thaise eilanden. We willen nog even genieten van elkaar en het geweldige Thailand. Onze bestemming wordt uiteindelijk Koh Samui! Een groot eiland op 12 uur reizen van Bangkok. Na een lange bus- en bootreis komen we er aan. Ons hotel ligt 100 meter van het strand, er zijn massagesalons in overvloed, overal kunnen we cocktails krijgen en het is heerlijk weer. We gaan een dag snorkelen en genieten van de mooie eilanden in de omgeving van Koh Samui. Het is er werkelijk schitterend: bounty-witte stranden en een helderblauwe zee. Het is vakantie tijdens vakantie! Heerlijk! Als we op het strand liggen hebben we eindelijk de tijd om te laten bezinken wat we de afgelopen tijd hebben gedaan: Bangkok en al haar geheimen en toeristische attracties, Kanchanaburi met de (te) lange treinreis, Lopburi en zijn apen, de floating markets, Chiang Mai en de zware, maar geweldige jungletrekking en natuurlijk oud en nieuw. Wat een reis!

Voor we het doorhebben is ook de tijd op het eiland voorbij en begint onze laatste dag in Bangkok. We gaan er samen nog een laatste dagje op uit! Vissen kijken, voeren en aaien bij Seaworld, een taartje bij een speciaal taartenrestaurantje, uit eten en dan nog een laatste keer proosten in de Skybar! En dan is het afscheid van Remi de volgende dag toch echt definitief. We hebben samen een geweldige tijd gehad en prachtige herinneringen gemaakt. Na een stevige knuffel en een laatste kus gaan we beiden onze eigen kant weer op. Nog een keer omkijken en dan gaat Remi weer terug naar Nederland. En Jorrin? Dat avontuur gaat nog even door! Goodbye Remi, Hello nieuw avontur!

Jungle bells

Het is zonnig en warm. Het is Eerste Kerstdag. Heel vreemd om op deze manier Kerst te vieren! Terwijl Anke een kookcursus doet, besluiten wij om een scooter te huren om naar het hoogste punt van Thailand te rijden. Het is daar vast kouder, wat misschien het kerstgevoel ten goede komt. Een twee uur durende rit op de snelweg (met 80 km/uur!), links en rechts inhalend, brengt ons op het hoogste puntje van Thailand. Onderweg stoppen we voor een mooie waterval en op bijna 3000 meter hoogte kijken we uit over een wolkendek. Met het laatste restje benzine weten we het nog net te brengen tot een klein kastje waar benzine uit komt, verstopt achter een winkel. Een mini tankstation! Met een volle tank keren we veilig terug naar Chiang Mai waar ons kerstdiner wacht!

Nog geen dag later lopen we op een steile berg, volledig omringd door prachtige junglebomen. We kijken elkaar aan en denken allebei hetzelfde: de tocht is toch iets zwaarder dan gedacht (het was niet voor niets een ‘adventure tour’
). Nadat we in Chiang Mai Kerstavond en Eerste Kerstdag hebben gevierd met cadeautjes en zelfs een kleine kerstboom (dankje mama!) zijn we Tweede Kerstdag vertrokken voor een driedaagse jungletrekking. Met een groep van tien rijden we in een klein taxibusje naar onze eerste stop: een lokale markt. Op de markt lopen we langs kraampjes met spartelende vissen, emmers vol rottende krabbetjes, net geplukte kippen waarvan het omgedraaide kopje tussen de poten is vastgemaakt en kakkerlakken en kikkers op een stokje. Vol verbazing kijken we om ons heen en besluiten we toch een puntje op onze bucketlist over te slaan. Het eten van gefrituurde kakkerlakken en sprinkhanen lijkt ons hier toch niet zo verstandig.
Nadat we onze groep tijdens de lunch een beetje beter leren kennen, beginnen we vol goede moed aan de wandeling van de eerste dag. In het begin lijkt de veelbelovende jungle nog enigszins op het bos dat Jorrin in India heeft gezien, maar al snel krijgen we toch het gevoel dat we in een Ă©chte jungle rondlopen. We lopen door dicht struikgewas, worden gestoken door vreemde beestjes, krijgen schrammen van scherpe plantjes, moeten bukken voor bananenbomen en steken riviertjes over via een aantal willekeurige stenen of een wankel bamboebruggetje. De gids heeft het tempo aardig hoog liggen en al snel komen we met twee anderen in de middengroep en zien we de anderen voor en achter ons niet meer. Dit geeft ons wel de tijd om af en toe even stil te staan en te genieten van het uitzicht. Het is geweldig! Dat we uiteindelijk bezweet en vermoeid bovenkomen is het waard geweest. Na het zien van de douches besluiten we al snel met de hele groep dat deze zweetgeur nog wel een dagje mee kan totdat we de volgende dag onder de waterval kunnen zwemmen. In de avond zitten we met de hele groep om een gezellig kampvuur en lopen de hanen, kippen en honden om ons heen. Als we op onze rug gaan liggen, genieten we van een heldere sterrenhemel. We zitten in Thailand, boven op een berg, midden in de jungle (en het is Kerst?!). Heerlijk!
Na een koude nacht (we sliepen in een bamboehutje) staan we al vroeg op voor de zonsopgang. Het is nog erg donker, maar de hanen kraaien al volop. In de diepte zien we de mist zich als een riviertje door de vallei heen bewegen en wordt het om ons heen steeds wat lichter. Het is enigszins bewolkt, maar dat maakt het uitzicht gelukkig niet minder! Nadat we nog even kort ons bed zijn ingedoken en genoten hebben van een lekker ontbijt, zijn we klaar voor dag twee. We beginnen aan onze afdaling, op weg naar de waterval. De weggetjes zijn smal en glibberig, worden regelmatig geblokkeerd door een boomstam en af en toe glijdt iemand dan ook flink uit. We redden het allemaal tot de waterval en iedereen kleed zich om voor een frisse duik. Voor de waterval staan we toch nog even twijfelend stil. Het water ziet er wild uit en voelt erg koud aan. Toch weten we de kou te overwinnen en springen we het koude water in. We zijn weer klaar voor het laatste stuk wandelen! We komen na drie kwartier aan bij het olifantenkamp, waar we de nacht zullen doorbrengen. Het is ongelooflijk, maar dit hutje ziet er zo mogelijk nog kouder uit! Na het kampvuur duiken we dan ook met drie lagen kleding ons bed in en trekken we drie dekens over ons heen. Maar helaas, het mocht niet baten. Het geluid van de denderende rivier benadrukte het idee van ‘kou’ nog eens extra

Op dag drie staat er geen enkele wandeling op het programma! We gaan namelijk op olifanten rijden, wildwaterraften en bamboeraften voor we weer naar Chiang Mai vertrekken. De olifanten zijn gigantisch en we moeten dan ook vanaf een plateau op hun rug klimmen. Natuurlijk is de olifant waar wij op zitten nogal eigenwijs en we wijken een stuk van de route af, de berg op, om eens lekker te eten van de bamboeplanten. Je kan een olifant nog zo goed getraind hebben, maar als hij wat in z’n kop heeft
 Als we weer veilig met beide benen op de grond staan, gaan we gelijk door. We krijgen zwemvesten aan en een helmpje op en helpen onze gids de boot naar de rivier te dragen. We raften over de rivier en komen af en toe in een stroomversnelling. Maar het meest nat worden we nog door de gids die grappig doet met zijn peddel! Van de raftboot stappen we vervolgens over op een bamboevlot, waar we staand op verder gaan. Een beetje naar links en naar rechts bewegen maakt dat we af en toe bijna onderuit gaan en het koude water in vallen. Als we een grapje maken dat we de gids er af gaan gooien, vraagt hij ons vriendelijk of we weer willen zitten. Ja, ja
!

Azië is Azië natuurlijk niet als in Chiang Mai blijkt dat er iets mis is gegaan met de boeking van ons hotel voor de laatste nachten. Met oudejaarsavond voor de deur, was het een aardig karwei om een nieuw hostel te vinden. Maar het is gelukt! In de avond genieten we van een heerlijke cocktail en zijn we blij dat we weer in de stad zijn. We maken het niet al te laat, want de volgende dag staat een heuse mahout-training op het programma.
“Pai, pai!” schreeuwt Remi tegen de olifant. Gaat hij nou naar voren omdat zijn slurf achter de bananen aanloopt of zouden we echte olifantentrainers kunnen worden? Het maakt niet allemaal niet uit, want we hebben een geweldige dag op de olifant! We leren een aantal commando’s, leren hoe we zonder plateau op de olifant kunnen klimmen, wassen de olifanten, maken een vitaminepapje voor ze en krijgen kontpijn van de hele dag rijden op de olifant.

Gister hebben we afscheid genomen van Chiang Mai en begon de lange treinreis naar Bangkok weer. Wij heffen vanavond 6 uur eerder dan jullie het glas op een gezond, gelukkig en liefdevol 2014! Tot volgend jaar!

Daar is ie!

Kijk dan! We rijden op een snelweg, de auto’s rijden binnen de lijnen, ze hebben kilometerborden, andere verkeersborden en zelfs stoplichten. En daar! Een McDonalds, supermarkten, een drogisterij en zelfs winkelcentra! Ik kijk mijn ogen uit in deze geweldige stad. We rijden en lopen door de straten van Bangkok. Na twee maanden (en vooral de laatste 9 dagen Bangladesh) was ik toe aan een stad als deze. Na twee maanden in de (geweldige!) Aziatische sferen en het zien van weinig toeristen, vind ik het stiekem toch heerlijk om hier rond te lopen. En daarbij zorgt Bangkok er ook voor dat ik voor het eerst deze maand een kerstgevoel krijg. Wat een kerstlampjes hangen ze hier op zeg!

Uiteraard is er nog een reden dat ik het heerlijk vind om hier rond te lopen. Want het is nu toch echt zo ver: na 2,5 maand komt Remi ons opzoeken! Natuurlijk kunnen we precies op deze dag geen tuktuk vinden om ons naar het treinstation te brengen. “Ik ben bijna in staat om een scooter aan te houden en daar achterop te springen” zeg ik tegen Anke. Als je het over de duivel hebt
 Er komt een scooter naast ons rijden die vraagt waar we heen moeten. We springen achterop, vrezend voor ons leven omdat de bestuurder rijdt alsof hij een dansje aan het maken is tussen de auto’s door. Maar hij brengt ons op onze bestemming en we staan op tijd op het vliegveld! OkĂ©, wel bijna te laat omdat we een aantal keer tegen bewakers aanlopen, maar via de buitenkant weten we naar binnen te glippen om bij de juiste aankomsthal te wachten. En na drie zenuwslopende kwartieren komt hij dan toch echt door de poort gelopen! Het avontuur kan beginnen!


Vanaf het vliegveld gaan we met de skytrain en tuktuk richting ons guesthouse. Via veel tussendoorsteegjes en stijgertjes weten we het guesthouse te vinden en kijken we vanuit onze bungalow uit over de rivier. Prachtig! We gaan aan een klein tafeltje aan de rivier zitten en genieten van elkaar en van een drankje. De volgende dag al staan de grootste trekpleisters van Bangkok op het programma: The Grand Palace en De Smaragden Boeddha. Als we aankomen moeten we eerst in een lange rij wachten om kleding te lenen. Onze korte broekjes worden namelijk als respectloos gezien. Eenmaal binnen vallen onze monden open van verbazing! De tempels zijn rijk versierd en gigantisch groot. Overal staan gouden gebouwtjes met gouden Boeddha’s en alles is prachtig afgewerkt met gekleurd glas. In de centrale tempel staat het ‘grootste’ symbool van het boeddhisme: de Smaragden Boeddha. Hoog boven alles in een enorme ruimte staat het wel 75 centimeter (!) hoge beeldje. Je moet goed kijken om hem te kunnen zien tussen alle andere beelden die er omheen staan!
De volgende dag staat er wel een echt groot Boeddhabeeld op het programma: Wat Pho. Het is een gouden beeld van 46 meter lang. Ongelooflijk! Jorrin past ongeveer drie keer in de voeten van het gigantische beeld en Remi krijgt de volledige lengte maar niet in beeld van de camera. Hierna vertrekken we met de snelboot richting Chinatown. Het duurt niet lang voordat we er zijn, want ze scheuren over het water alsof ze wedstrijden aan het varen zijn! Eenmaal aangekomen wringen we ons door de vele smalle en veel te drukke straatjes waar de marktjes zijn opgebouwd. Overal om ons heen wringen mensen zich stapvoets door de menigte, wordt ons van alles aangesmeerd, halen karren ons in en wordt eten bereid langs de kant van de straat. Die avond ploffen we vermoeid maar voldaan op 230 meter hoogte neer op de loungesets van de Red Skybar, waar we met een cocktail genieten van het prachtige uitzicht over Bangkok en nog eens goed tot ons door laten dringen hoe gaaf het is hier te mogen zijn! Proost!

Donderdag laten we Bangkok achter ons om na een twee uur durende busreis aan te komen in Kanchanaburi. Reizen met het OV gaat hier nooit zoals gepland (een ruim uur vertraging en een ruim uur langer rijden dan aangegeven) en dus komen we pas laat op de dag aan. De volgende ochtend gaan we naar Erawan National Park, waar de 7-traps Erawan Falls te bewonderen zijn. Via een avontuurlijke klim-, klauter- en klooitocht komen we langs alle zeven watervallen. De een nog mooier dan de ander. Helaas komen we er niet meer aan toe om een verfrissende duik te nemen in het heldere water, want we gaan door naar de Death Railway uit de film Bridge on the River Kwai (Jorrin moet hem nog steeds een keer zien
). We maken een treintocht van twee uur over het beroemde spoor, waarbij we tergend langzaam over DE brug tuffen en langs steile afgronden rijden. Dat de wagons een meter van het spoor omhoog lijken te komen, de ramen open en dicht klapperen en het feit dat er regelmatig treinen ontsporen in Thailand maakt de lol gelukkig niet minder! Deze historische tocht konden we natuurlijk niet missen.
Op zaterdag hebben we het geluk dat onze agenda nog vrij is want dat geeft ons de kans om een bezoekje te brengen aan de Floating Markets die alleen in het weekend open zijn. Met ons eigen privébootje varen we door het Venetië van Thailand. Op honderden bootjes zitten Thai noodles te bakken, hebben ze hun souvenirs uitgestald en halen ze met grote haken de bootjes naar zich toe waar de toeristen op zitten. De gidsen van deze toeristenbootjes weten de verkopers vervolgens fijntjes te vertellen welke souvenirs de interesse hebben: slim gespeeld! Erg leuk om eens op het water te winkelen! En noodles eten met stokjes op een best wel snel varend bootje is ook eens het proberen waard.

Voor we naar Chiang Mai gaan, wacht nog 1 laatste tussenstop: Lopburi. Deze stad is grotendeels overgenomen door apen. Zodra we de bus uitstappen komt het eerste aapje dan ook al boven ons langs geslingerd. Het apencentrum van de stad is een vervallen tempel. Honderden apen zitten, slingeren, vlooien en vechten daar. Zodra we het terrein opkomen zien de apen ons direct als nieuwe klimpaal. Zou het iets te maken met het feit dat we zakjes voer voor ze hadden gekocht? Soms worden we door vijf apen tegelijk beklommen! Een super tussenstop dus!

Inmiddels zijn we aangekomen in Chiang Mai, hebben we onze kerstmutsen opgezet en hebben we cadeautjes opengemaakt op Kerstavond. Voor ons is Kerstmis inmiddels begonnen, jullie moeten nog een paar uur wachten... We wensen iedereen vanuit Thailand een vrolijk kerstfeest!

Last stop

“This is the last stop” zegt onze taxichauffeur die ons van Kolkata naar de grens van Bangladesh brengt. We zijn beland in een klein dorpje waar vele mensen op de straat lijken te leven en waar ik nog geen hotel heb kunnen spotten. Als we uitstappen zeggen drie mannen tegen ons dat we de grens niet over kunnen. We hebben blijkbaar weer een land uitgekozen waar volop stakingen plaatsvinden. Ze willen ons wel de weg wijzen naar de Indiase ambassade, 100 meter verderop. Ook daar krijgen we te horen dat we waarschijnlijk niet de grens over kunnen, maar ze gaan hun best doen. Na twee uur wachten krijgen we dan eindelijk het goede telefoontje: jullie mogen de grens over! We moeten nu echter wel overnachten bij de grens, omdat het al laat is en er geen vervoer meer verder gaat naar onze oorspronkelijke bestemming.
De volgende dag krijgen we te horen dat we de trein moeten nemen naar Khulna. Onderweg houden we een riksja aan om te vragen of hij ons naar het station kan brengen. Hij begrijpt het niet helemaal en hij roept er iemand bij. Voor we het weten staan er 20 mensen om ons heen naar ons te kijken! Heel apart om mee te maken. Op het station moeten we wachten tot we een ticket kunnen kopen. We nemen plaats op een bankje. Vervolgens komen er steeds mensen kijken (op het hoogtepunt telden wij 60 mensen of meer!) naar wat wij deden. Het is en blijft natuurlijk ook interessant, twee van die gekke Nederlanders met hun backpack.
Als we drie uur later dan eenmaal in de trein zitten kijken we onze ogen uit. Zowel naar de trein zelf als naar de omgeving. De trein lijkt ieder moment uit elkaar te kunnen vallen. Er zitten gaten in de stoelen, de zijkant van de trein, in het plafond en er hangen ventilatoren met een dikke stoflaag die er ieder moment af kunnen vallen. En zoals men in Nepal de bussen wist vol te proppen, weten ze hier hoe ze dat met treinen moeten doen. Maar dit is allemaal geen probleem: wij zitten en we rijden! Onderweg geniet ik van het uitzicht. Op het spoor lopen eenden, geiten, honden en koeien. Langs het spoor liggen vele kleine meertjes, omringd door jungleachtige bomen en daar tussen verscholen staan golfplaten huisjes. Een jongen zweept zijn kudde zwijnen voort en af en toe staan we stil en lopen er mensen met grote pakketen op hun hoofd die ze via een raam de trein in gooien. Heerlijk, hier kan ik uren naar blijven kijken!

Veel te laat komen we in Khulna aan. Maar dat geeft niet, want de volgende dag hebben wij maar 1 doel: een tour regelen naar de Sundurbans, het grootste mangrovewoud ter wereld. We zoeken een half uur naar het juiste adres. Straatnummers zijn hier niet zo logisch als in Nederland, het lijkt wel willekeurig! Omdat het bedrijf nog gesloten is, besluiten we eerst te ontbijten in een lokaal restaurantje, waar we aanschuiven bij twee locals, want er zijn gewoonweg niet meer tafeltjes vrij. Onderweg zien we een protest langskomen: een grote groep marcherende mensen, gevolgd door een hele stoet motorrijders. Ik ben blij dat we binnen zitten, want we weten: vermijd protesten! Als we het restaurant uitlopen zien we een tweede protest op ons af komen. Drie Bangladese jongens laten ons stilstaan langs de kant (voor onze veiligheid). Als de groep langskomt voel ik me toch wat ongemakkelijk: het zijn wel erg veel marcherende mensen! Maar al snel zie ik ook kinderen in het protest lopen die naar ons zwaaien. Zelfs tijdens een protest zijn we nog interessant!

Dezelfde avond beginnen we nog aan onze tocht naar de Sundarbans. De rivier is erg breed, overal om ons heen zijn grote mangrovebomen te vinden en op de rivier varen kleine vissersbootjes. Er is geen enkele andere toerist te bekennen. Als we ons de volgende dag klaarmaken voor een wandeling door een modderig natuurgebied hou ik mijn ogen open voor tijgers. Er lopen twee gewapende mannen met ons mee voor het geval we ze spotten. Maar helaas blijft het bij herten, wilde zwijnen, enkele apen en vele vogels. Of is het geluk? Eens in de drie dagen wordt er namelijk een persoon opgegeten hier!
De volgende ochtend beginnen we al vroeg aan een tocht met een stille boot. We peddelen door de kleinere riviertjes van de Sundarbans. De zon komt net op en enkele stralen vallen op het water, mist hangt nog over het water en we varen langs een geweldige natuur. Bomen hangen over het water heen, je hoort vele geluidjes van dieren, we zien een keer een aapje op een boom klimmen, zien een hert wegspringen en er wordt ons af en toe een vogel aangewezen. De zon zorgt voor een heel mooi plaatje, als deze door de bomen heen schijnt.
Op onze laatste dag gaan we naar een vissersdorpje. Onze gids noemt het ook wel het ‘real Bangladesh’. Onderweg zien we een vrouw haar haren wassen in de rivier, een vrouw die haar eenden roept, spelende kinderen, mensen met grote balen rijst op hun hoofd en mensen die ons aanstaren. Als we uitstappen zien we het ‘real’ Bangladesh van dichtbij. Het dorp wordt volledig omgeven door rijstvelden en kleine riviertjes. Over de riviertjes hangen wiebelige bamboebruggetjes. De huizen zijn niet meer dan een aantal bamboestokken met golfplaten. En even later zien we zelfs een geheel golfplaten stukje dorp op hoge palen. Op het zandweggetje lopen vele geitjes, eenden, ganzen en koeien. Een klein meisje zoekt naar vis in een modderig poeltje om te eten, een ander meisje drukt koeienpoep plat, zodat het droogt tot brandhout en we worden onderweg gevolgd door een groepje van 10 kinderen. Als we weggaan worden we door nog meer mensen uitgezwaaid! Het is geweldig!

Na onze boottocht gaan we naar een toeristisch gedeelte van Bangladesh. Althans, dat zegt de Lonely Planet. Wij merken daar niks van. Bij alle ‘toeristisch plekken’ die we opzoeken zien we nog steeds geen toerist. We komen op een lokale fruitmarkt terecht waar we met moeite door de drukte weten te komen, worden we door heel veel mensen aangesproken en wordt er naar ons gekeken en gewezen. De straten buiten de markt zijn niet minder druk. Elke keer als we een hoek omgaan hoop ik dat het iets rustiger wordt, maar helaas. Pas bij het hotel zijn we weer alleen en ben ik stiekem blij om even van die starende blikken af te zijn. Het is nu toch echt wel tijd om naar Thailand te gaan om weer eens andere toeristen te zien, een supermarkt in te kunnen lopen, te kunnen eten bij de MacDonalds en natuurlijk om Remi op te wachten op het vliegveld! Ik kan niet wachten!

Taj Ma-wouw!

Ik heb vier grote gelukskansen in mijn leven. Dat is fijn om te horen! “But you missed one”. Oh, dat is niet best
 Na het bezoeken van een aantal hoogtepunten in Jaipur, zit ik bij een waarzegger in een juwelierswinkel en laat mijn hand lezen. Het komt er uiteindelijk op neer dat ik een gele saffiersteen nodig heb om mijn energielevel hoog te houden. Uiteraard gaat me dit vele euro’s kosten. Ik bedank vriendelijk en loop vervolgens de zaak uit. Ik ben dankbaar dat ik een gids bij me heb vandaag. Jaipur doet me namelijk denken aan Delhi en we weten inmiddels allemaal wat er in Delhi is gebeurd


Als we onderweg zijn naar Ranthambore (een National Park), stopt Raj – onze chauffeur – om wat fruit te halen. Voor we het weten komen er vier kinderen bij ons raam staan, gebarend dat we deze naar beneden moeten draaien. We kijken elkaar aan en besluiten het raam voor de zekerheid dicht te laten. Nog geen minuut later staan er 10 kinderen voor ons raam, allemaal starend naar ons twee. Ik word er ongemakkelijk van. Als Raj klaar is met fruit halen, hoop ik dat hij snel doorrijdt, maar hij besluit een gesprekje aan te gaan met de kinderen! Raj geeft aan dat we het raam wel naar beneden kunnen doen en de kinderen vragen geïnteresseerd naar onze namen. Nog geen twee minuten later vraagt een jongen aan mij: ‘Can I have your phone?’. Dat gaat niet gebeuren, maar toegegeven: het was een goede poging!
Wie weet is Ranthambore wel mijn tweede gelukskans in mijn leven. We gaan namelijk op tijgersafari! Vroeg in de ochtend staat onze jeep klaar en ben ik klaar om tijgers te spotten in de ‘jungle’. Jungle schrijf ik tussen aanhalingstekens, omdat de jungle die wij hier hebben gezien mij voornamelijk deed denken aan hoe de bossen er in Nederland uit zien. Al snel zien we een paar (gestipte) herten; kleine gazellen (zogenaamde ‘tiger chocolat’) en stoppen we voor twee kleine bosuiltjes. Als we op de terugweg stoppen voor weer een hert, geef ik het op. Waarschijnlijk mijn tweede gemiste kans ;)

De volgende dag brengen we de hele dag door in de auto op weg naar Agra, de stad van de Taj Mahal. Gelukskans 3? De verwachtingen zijn hoog, maar die probeer ik wat te nuanceren. Toch zit ik op het puntje van mijn stoel als we Agra in rijden, maar helaas, nog geen spoor te bekennen van de Taj Mahal! De dag er op blijkt dat de Taj Mahal slechts honderden meters van ons hotel verwijderd was. Als we eenmaal de entreetickets in onze handen hebben, de (Efteling-achtige) wachtrij door zijn en als we zijn gefouilleerd en onze cameratassen zijn gecontroleerd, lopen we het toegangsplein op. Als we dan eindelijk dichterbij komen, zien we door de hoofdingang de Taj Mahal verschijnen. Hij lijkt vanaf hier best klein en lijkt te zijn opgenomen in de poort als een schilderij. Maar dat is gezichtsbedrog! We lopen door en zien de imposante omvang van de Taj Mahal, het witmarmer glanzend in de zon en de schaduw weerkaatst in het water dat er voor ligt. Tweeëntwintig jaar is hier aan gebouwd, zo oud ben ik! Ik ben niet snel onder de indruk van een gebouw, maar dit is echt een uitzonderlijk mooi gebouw! Wouw! Driemaal scheepsrecht!

Het is tijd om afscheid te nemen van Raj en vervolgens alleen verder te gaan, per trein. Spannend! Uiteraard hebben we van de vele scams gehoord: ‘uw trein komt niet meer’, ‘uw trein vertrekt van een ander station’ en ga zo maar door. Maar we laten ons niet nog eens oplichten en staan op het station met twee dragers/gidsen die ons verder helpen. Op het perron proberen we een glimp op te vangen van voorbijrijdende treinen: wat is er te zien achter al die ramen? Helaas kunnen we, behalve vele mensen, weinig ontdekken. Als we eenmaal onze eigen trein inlopen, lopen we door een smalle gang. De gang is omsloten door gordijntjes. Achter ons gordijntje bevindt zich een kleine ruimte met 2 x 3 stapelbedden boven elkaar. Gelukkig hebben we achteraf best lekker geslapen en zijn we klaar voor ons avontuur in Varanasi!
Varanasi heeft rond de 100 zogenaamde ‘ghats’, traptreden die de rivier in leiden. Als we langs deze ghats aan de rivier lopen, richting de oude stad, zien we vele mannen en kinderen zich wassend in het water, mensen die hun kleding wassen, kinderen met vliegers of kinderen die cricket spelen, een man die zijn koe wast, een man die z’n tanden poetst, crematies zoals we die in Nepal hebben gezien, vele toeristen en vele mannen die een boottochtje proberen te verkopen langs de ghats. Het bruist hier van het leven en van de Indiase cultuur, geweldig! Even later lopen we door de smalle straatjes van de oude stad en komen we uit bij Blue Lassi, waar we een heerlijke lassi (soort yoghurtdrankje) drinken. Terwijl we op onze lassi wachten, komen er drie families voorbij met een lijk op een soort bamboebrancard. Het blijft een vreemd tafereel!
De volgende dag gaan we op zoek naar het Ramnagar fort. De brug die ons naar de overkant van de rivier zou brengen, vinden we al snel. Onderweg blijkt echter dat in India een brug gewoonweg niet afgemaakt wordt (net zoals we eerder op een snelweg hebben meegemaakt, waar we moesten omdraaien om op de naastgelegen snelweg verder te rijden!). Gelukkig komt een bootje naar ons toe gevaren die ons naar de overkant van de brug wil brengen. En waar stappen we dan op? Uiteraard, we springen gewoon van de brug af! Het avontuur er naar toe was een veel leukere belevenis dan het fort zelf kan ik je vertellen!

Vandaag hebben we onze laatste treinreis in India. Als we eerst vijf minuten langs de trein oplopen, steeds langs armer uitziende mensen, krijgen we aan het eind van de trein te horen dat we naar het andere spoor moeten. Oeps! Na weer vijf minuten langs de trein te hebben gelopen, vinden we eindelijk onze coupé en zitten we nu (op het moment van schrijven!) in de trein naar Kolkata. Het plan daar is om zo snel mogelijk een bus naar Bangladesh te vinden. India is een geweldig land en ik ga het zeker missen, maar ik ben ook weer klaar voor het volgende avontuur!

Say cheese!

Ik zit op de achterbank in de taxi van onze privĂ©chauffeur Raj. De komende weken zal hij ons naar een aantal mooie plekken in het noorden van India brengen. Allereerst krijgen we een korte tour door Delhi voor we onze weg naar Pushkar vervolgen. Raj vertelt iets over het parlement en de “Indian Gate” voor we Delhi uitrijden en ik rustig in slaap kan dommelen, want gisteravond is daar weinig van gekomen


In de middag hebben we afscheid genomen van Nepal en in de avond landen we al in Delhi. Het is buiten donker als we in de aankomsthal van het vliegveld aankomen. Gelukkig hebben we ons hotel al geboekt (best goed voorbereid!). Op het vliegveld betalen we een prepaid taxi die ons daarheen zal brengen. Als we eenmaal in de taxi zitten en door de bazaar van Delhi rijden – kleine straatjes waar ik op dit tijdstip niet graag alleen zou rondlopen – geeft de taxichauffeur aan dat hij niet weet waar ons hotel is. Hij zet ons af bij een toeristenbureautje vanwaar we ons hotel kunnen bellen. Vriendelijk! Ik krijg het hotel zelf aan de lijn en krijg te horen dat ze volgeboekt zitten. Festival, hoogseizoen, noem maar op
 Shit, dat meen je niet, het is al 10 uur in de avond! Achteraf zal blijken dat dit het soort oplichting was waarvoor Anke en ik al door meerdere mensen waren gewaarschuwd. Taxichauffeurs doen alsof ze niet weten waar je hotel is, waarna ze je vervolgens maar al te graag willen afzetten bij ‘het kantoor van een vriend’ – waarvoor ze dan uiteraard een leuke commissie krijgen. De ‘vriend’ waarbij we afgezet worden blijkt een tour operator te zijn (met vele andere ‘vriendjes’!) en ze proberen ons een mooi programma voor te schotelen (te mooi om waar te zijn, dus niet geloven!). Op een enigszins vriendelijke manier komen we er onder uit en is voor ons de enige schade een nachtje in een hotel van een van deze ‘vrienden’. Het was een (korte) nacht waar ik voor het eerst in mijn leven met mijn paspoort, portemonnee en telefoon onder mijn kussen heb geslapen. De volgende ochtend zijn we vroeg weg gegaan en hebben we (na nog drie oplichtpogingen van het bureautje) onze eigen weg in Delhi proberen te vinden. En dat is gelukt! We rijden nu rond door India met Raj en zijn bij dat we Delhi achter ons hebben kunnen laten. Ik begrijp nu waarom iedereen zegt: zorg dat je zo snel mogelijk weg gaat uit Delhi.

Na een lange rit komen we aan in Pushkar, waar behalve geiten, koeien en honden (zo waren we dat in Nepal ook gewend) ook zwijnen op de weg lopen. Wij mogen dit aanschouwen vanaf de rug van een kameel (die ook gewoon over de autoweg loopt!). We stoppen op een punt waar we een mooi uitzicht op de stad hebben en de zon zien ondergaan. Vervolgens gaan we terug op onze kameel en voel ik mezelf net een aapje: ongegeneerd kijken de Indiërs ons allemaal aan en kinderen zwaaien naar ons alsof de koning en de koningin zijn
 Een heel apart gevoel!
De volgende dag staat onze taxichauffeur klaar (yes, we zijn dus niet opgelicht en achter gelaten in de ‘middle of nowhere’!) om ons naar Jodhpur – the Blue City - te brengen. Als we de stad in rijden vragen we ons af waar de bijnaam vandaan komt, want we zien vrij weinig blauw geschilderde huizen. Als we echter de zonsondergang vanaf het fort op de heuvel bekijken, wordt het ons al snel duidelijk. Alle huizen (de achterkant) in het oude gedeelte van de stad zijn blauw geschilderd. Een heel mooi gezicht om vanaf boven te zien! Daarbij is het nog handig ook, want de kleur weert schijnbaar muggen/insecten af (helaas merk ik daar tijdens het eten weinig van
). De volgende dag besluiten Anke en ik op pad te gaan en de wirwar van straatjes in Jodhpur te verkennen. We komen er achter dat het restaurant waar we gister hebben gegeten slechts 10 meter van ons hotel verwijderd was (terwijl we de avond ervoor een kwartier hebben gezocht naar ons hotel, ahum!), maar verdwalen vervolgens evengoed nog een keer. Geen straatje gaat daarheen waar hij heen lijkt te gaan. Al vragend vinden we de weg terug en genieten we van het ware India: veel afval langs de straat, koeien die het afval opeten, toeterende tuk-tuks en scooters die stammen uit de oorlog, vele tempels, kleurrijke huizen en het vriendelijke, maar soms enigszins opdringende volk dat je alles probeert te verkopen. I love it!

Onderweg naar onze volgende stop, Udaipur, geniet ik van het wisselende landschap dat India te bieden heeft. We rijden door vele kleine dorpjes, uitgestrekte woestijnachtige gebieden, groen begroeide bergen, bossen en dan weer door rotsachtig gebieden. Op en langs de autoweg lopen olifanten die mensen vervoeren en kamelen volgeladen met hooi, worden kuddes schapen van de ene plaats naar de andere plaats gedreven en blijft het verkeer alsmaar toeteren. Als we onderweg stoppen bij een grote tempel, wordt ons voor de derde keer gevraagd of we op de foto willen met de lokale inwoners. Er wordt een mobiel uit een broekzak gepakt waarvan ik niet eens wist dat deze foto’s konden maken en ze bedanken ons daarna vriendelijk. De eerste paar keer is het leuk, maar we moeten nu toch echt eens leren om nee te zeggen!
In Udaipur zijn we met de kabelbaan een berg op gegaan om te genieten van het uitzicht op de stad en het paleis, waar we eerder die middag zijn geweest. We lezen een boekje terwijl we wachten op de zonsondergang. “Excuse me, can we take a picture with you?” wordt er gevraagd. We kijken elkaar aan en antwoorden ten slotte: “Euhm
 yeah, sure”. Dat nee zeggen moeten we nog even leren! Misschien wordt het ons steeds gevraagd vanwege de grijns die ik niet van m’n gezicht af kan halen omdat we nu toch echt in India rondlopen. Say cheese!

Een hoogtepuntje

“Tuut, tuut!” We rijden op onze gehuurde scooter over bochtige bergweggetjes en hebben het rijgedrag van de ware Nepalees overgenomen. Af en toe rijden we snel, dan weer langzaam, dan aan de verkeerde kant van de weg en we toeteren steeds vaker (ook als de weg leeg is). Aangekomen bij onze bestemming (de meren van Rupa en Begnas), worden we overvallen door de rust en het mooie uitzicht. Op een aantal vrouwen na, die de was doen in het meer, is het verder stil en kunnen we de vogels horen fluiten. Het is heerlijk! En daarnaast hebben we een ontzettend mooi uitzicht over de besneeuwde bergtoppen van het Himalaya gebergte. Ik voel mezelf best klein bij het aanschouwen van deze immense gebergten.

De volgende dag begint onze trekking in diezelfde immense bergen. Spannend! We hebben onze (warmste) kleding in 1 backpack gestopt en zijn klaar voor de tocht. Avontuurlijk als wij zijn, besluiten we zonder gids te lopen en onze backpack zelf te dragen. Met een kaart komen we er vast wel uit! We nemen een taxi naar Nayapul, onze startplaats. Enthousiast beginnen we aan de tocht en tot onze blijdschap zien we gelijk al een aantal restaurantjes waar we wat kunnen eten en drinken (weliswaar tegen verdubbeld tarief, maar goed!). We raken aan de praat met een Duitse man. Hij vertelt dat hij 30 jaar geleden dezelfde trekking heeft gedaan en dat hij nu rustig verder ging vanwege het feit dat er 10.000 treden zouden komen. Au, dat is een tegenvaller! Na een kleine lunch lopen we verder en al snel begint het traplopen (we hebben de treden maar niet geteld!). Het is een lange en zware weg naar boven. Onderweg komen we een vrouw tegen die ons vriendelijk begroet met: “I can not believe that you chose this way”! Daarnaast zien we ook nog eens schoolkinderen enthousiast de trappen op rennen naar huis. Heel motiverend! De kaart die we hadden gekocht gaf aan dat het ‘slechts’ 1,5 uur lopen was: Drie uur later weten we dat de kaart niet klopt en begrepen we waar de vrouw het over had! Als we bovenaan de trap het bord ‘Welcome to Ulleri’ zien, doe ik vanbinnen dan ook een klein vreugdedansje. Uitgeput laten we ons op bed neervallen na onze eerste dag wandelen. We zijn kapot en moe, maar we hebben genoten van de geweldige omgeving!
De tweede dag verloopt een stuk beter naar ons idee. We hoeven maar 2,5 uur te lopen (5 uur, want die kaart blijkt niet helemaal te kloppen). De traptreden gaan langzaam over in vlakke stukken en zelfs kleine dalingen. Onderweg komen we langs een watervalletje, steken we bruggetjes over en krijgen we een steeds mooier uitzicht op deze hoogte. We kijken de vallei in, zien de vele rijstvelden in de diepe afgrond en zien de kleine dorpjes, die we gepasseerd zijn, afsteken tegen de bergen. Ook de witte bergtoppen komen steeds dichterbij! ’s Avonds hebben we meer energie over dan de dag ervoor: we zijn klaar voor de zonsopgang de volgende dag. Daarvoor moeten we om 5.00 uur beginnen met stijgen tot Poon Hill, dat op 3200 meter ligt. De nacht is koud, de ochtend is vroeg. Dik ingepakt beginnen we aan de tocht naar boven, gezamenlijk met vele anderen. We vormen met z’n allen een slinger van lampjes door het smalle, kronkelige bergpad. Heel leuk om te zien als je wat verder boven bent! Tijdens het lopen zien we de lucht feloranje kleuren en worden de met sneeuw bedekte bergtoppen beschenen door deze eerste lichtstralen. Bovenin halen we een grote mok warme thee, genieten we van het mooie uitzicht en wachten we op de eerste zonnestralen, die om half 7 boven de bergen uitkomen. Echt een onwijs mooi gezicht. Het was de trekking meer dan waard!
Na de zonsopgang lopen we in een keer terug (volgens de verhalen was dat mogelijk
). We beginnen enthousiast aan de afdaling. We zien de omgeving in een ander daglicht dan de heenweg, waar we ons vooral erg vermoeid voelden. We lopen de 10.000 traptreden af, herkennen het watervalletje, zien onderweg apen van boom naar boom slingeren en zeggen vriendelijk “hello” tegen voorbijgangers (die weten niet wat ze te wachten staat, hehe!). Maar bij het einde aangekomen, begin ik mijn benen ook wel te voelen
 Maar we geven niet op en weten aan het einde een taxi te bemachtigen die ons weer veilig voor het hotel af zet. Een mooie tocht met geweldige uitzichten, maar als gevolg drie dagen spierpijn!

Op onze derde ‘rustdag’ huren we een bootje om op het meer te dobberen. We genieten van de zon en het uitzicht op de immense bergen (die ons spierpijn hebben bezorgd). We zijn trots op het feit dat we de (zware!) trekking zijn begonnen en succesvol hebben afgerond. Een van onze hoogtepunten! Maar stiekem zijn we ook een beetje blij dat we de bergen nu weer vanaf de ‘grond’ kunnen bewonderen.

Vanochtend hebben we Pokhara achter ons gelaten. We zijn met de bus naar Kathmandu gereisd om nog een laatste nachtje bij onze Nepalese mama en papa te logeren! Ze stonden ons weer met open armen op te wachten. Morgen stappen we in het vliegtuig en nemen we afscheid van Nepal. Op naar Delhi! We zouden in eerste instantie over land gaan, maar de bussen reden niet vanwege de stakingen voor de verkiezingen en de trein bleek volgeboekt te zijn voor (minimaal!) de komende week. Maar we laten ons niet zo maar tegenhouden: India, here we come!

Moving forward

“Forward!” schreeuwt onze gids op de raftingboot. Ik ben nog aan het genieten van de mooie omgeving en voor ik het weet zitten we in een stroomversnelling en ben ik zeiknat. Ongeveer drie à vier uur rijden van ons vertrouwde huis in PepsiCola, zijn we echt in een compleet ander deel van Nepal aan gekomen. Het is alsof we door een schilderij heen rijden. Het beeld dat ik tot nu toe van Nepal had, moest ik enigszins bijstellen. De chaos van Kathmandu ruilen we in voor frisse berglucht, besneeuwde bergtoppen en uitgestrekte rijstvelden! Dat maakte de rit echter niet minder ruig, want de bus denderde flink door over de smalle bergweggetjes, vol met gaten (gelukkig wordt ik niet meer zo snel misselijk als vroeger!). Raften op de Tisuli-rivier: een heerlijke zaterdagmiddag bezigheid!
We hebben nog nauwelijks het Dashain festival achter ons gelaten en het volgende festival staat weer voor de deur: het Tihar festival! Op de eerste avond maken we een wandeling door PepsiCola met papa Bharat. Het ene huis is nog opvallender verlicht dan het andere huis (daar kan ik nog wat van leren met Kerst!). Het hele gebeuren straalt een Kerst-à-la-Oudjaarsavond-sfeer uit: mensen roepen “Happy Tihar!” naar elkaar, de straten en huizen zijn mooi versierd en er zijn vrienden- en dansgroepen die langs deuren gaan om muziek te maken en te dansen. Bij ieder huis krijgen ze een klein geldbedrag voor ze weer verder gaan (soort Sint-Maarten met geld!). Afgelopen dinsdag was de laatste dag van het festival. We gaan met mama naar ‘brother home’. Als we aankomen zijn de voorbereidingen al in volle gang: er worden bloemenkettingen gemaakt, eten op schalen gelegd, offers op de grond gestrooid, kleden klaar gelegd, de drank wordt koud gezet en er wordt al druk gekookt. Vandaag is het ‘brother day’ en de mannen worden flink in het zonnetje gezet. Ze krijgen een bloemenkrans, een gekleurde tika, er worden bloemen over ze heen gestrooid, ze krijgen een grote schaal fruit en ze krijgen vele gelukswensen mee. En ook ik mag vervolgens hetzelfde ritueel ondergaan! Na het eten wordt de volumeknop omhoog gedraaid, wordt er gedanst op het dak en vloeit de alcohol rijkelijk. Veel te laat keren we weer terug naar huis, waar hetzelfde feest gewoon nog een keer gevierd wordt! Na al deze gelukswensen weet ik het zeker: mijn jaar kan niet meer stuk!

De kinderen komen gillend en schreeuwend op ons afgerend. Allemaal weten ze dat vandaag de toy library geopend wordt. We vragen ze om op de grond te zitten, terwijl we het principe uitleggen. Vervolgens kijken ze een voor een nieuwsgierig in de kast en zoeken ze hun eerste speelgoed uit. Als ze het heel en netjes inleveren mogen ze namelijk iets nieuws uitzoeken. Een week later komen we terug, enigszins gespannen! Zou alles nog heel zijn? Om half vijf komen we aan op het weeshuis (we waren er bijna een week niet meer geweest!). We waren al bang dat de kinderen ons vergeten waren, maar het tegendeel was waar! Als we de poort openen komen ze schreeuwend op ons afgerend. Iedereen roept “toy not broken!” (op twee poppen na, klopte dit volledig!) en vijf minuten later staan ze allemaal met hun speelgoed in hun hand voor ons en besluiten we de toy library een half uur eerder open te doen. We zijn best wel makkelijk hoor ;).

Ik zag toch een beetje op tegen het afscheid nemen op Sunrise. Na de uitleg van de memorybooks, het knutselen en vele handtekeningen zetten, werd ons gevraagd om naar boven komen. Alle kinderen stonden op een rij: ze gaven ons een tika, keken ons nog een keer aan en zeiden Namaste. Na een laatste foto moesten we toch echt op staan
 (bah, afscheid nemen is niet leuk!). De kinderen gaven ons allemaal een stevige knuffel en trokken aan onze armen toen we het hek uit liepen: we moesten blijven (als het toch kon
!). We gingen de hoek om en lieten allebei een traantje vallen, wetende dat we een hele mooie tijd hebben gehad in PepsiCola en dat ons nog een hele mooie reis te wachten staat!
En gister is de reis (naar Pokhara) begonnen. Iets voor half 7 gaan we naar beneden met onze ingepakte backpacks en wachten we met mama en papa op de bus. Om half 7 is de bus er nog niet en wil Bharat bellen naar de busmaatschappij, maar wij maakten ons nog niet zo’n zorgen: Nepali time! Achteraf is het maar goed dat Bharat belde want de busmaatschappij wist niks meer van onze pick-up. Gelukkig wist papa, ondanks de strike (waardoor er nauwelijks verkeer rijdt!) snel een taxi aan te houden. Onderweg valt ons op dat er een grimmige sfeer op straat heerst - waarschijnlijk door de stakingen en de aankomende verkiezingen. Het is vroeg, de winkels zijn gesloten, op elke hoek van de straat staan politieagenten met grote geweren en de mensen lopen rond alsof er elk moment een bom kan ontploffen. Gaan we precies op tijd weg uit Kathmandu?

Drie keer een bezoek aan Thamel en vele uren wachten later, hebben we overigens ook ons Indiase visum in the pocket! India, here we come! Wanneer is echter nog de vraag, want door de stakingen ligt al het (toeristen)vervoer zo goed als plat, is de grens tussen India en Nepal voorlopig gesloten en kan niemand ons vertellen hoe het de komende dagen verder gaat. Maar daar maken we ons later wel weer druk om, we gaan morgen eerst drie dagen de bergen in, Poon Hill beklimmen. Het is de afgelopen dagen helder weer, dus wij hebben er onwijs veel zin in!